maandag 16 januari 2017

Waarom je samen sneller loopt dan alleen!

fotografie Getty
Dankzij twee delen van ons brein en with a little help from our friends weten we meer uit onszelf te halen. 

"Hardlopen is een zaak van wilskracht en emotie. Wie er voor een training op uit trekt, zal dan ook een beroep doen op twee delen van de hersenen: cortex cingularis anterior (CCA), die bekend staat als de bron van de wilskracht, en de prefrontale cortex (PFC), die helpt om onze emoties in bedwang te houden. Zonder deze ‘hersenhelden’ zouden we al snel afhaken, of onbedaarlijk gaan huilen bij tegenvallende resultaten.

De CCA merkt het op als je acties niet overeenkomen met je intenties. Als je in een veeleisend tempo wilt lopen, maar je lichaam vertraagt, merkt je CCA dit en dwingt je terug naar het goede tempo. Echter, de CCA beschikt elke dag over een beperkte hoeveelheid wilskracht. Net zoals een spier moet ook de CCA herstellen.


Daarbij krijg je als je hard traint of een wedstrijd loopt te maken met emoties. Psychologisch gezien is dit logisch. Je lichaam zoekt zijn grenzen op. Cortisol en noradrenaline spuiten door je aderen; je ‘vecht of vlucht-zenuwstelsel’ is volledig geactiveerd. De prefrontale cortex – gelegen achter en boven de ogen – helpt ons zoals gezegd de emoties in bedwang te houden. Zonder een PFC zouden wij geneigd zijn om te gaan huilen of schreeuwen tijdens moeilijke momenten in een wedstrijd of training, net zoals kinderen dit doen omdat hun PFC nog niet goed ontwikkeld is. Op het moment dat je in een hoog tempo loopt en je een beetje wanhopig wordt, is het je PFC die fluistert: ‘Alles is oké, ontspan je, je kan het.’


Maar niks in het leven is gratis. Brandstof leveren aan de CCA en PFC is ‘duur’. Hoewel de hersenen maar twee procent uitmaken van het lichaamsgewicht, consumeren ze maar liefst twintig procent van de glucose in het bloed. En wanneer een aanzienlijk deel van onze glucose naar de CCA en PFC stroomt, kan deze niet ook nog eens naar de spieren worden gestuurd.

Dit is de situatie wanneer we er alleen voor staan, maar wanneer we samen met anderen lopen gaan onze CCA en PFC anders – en beter – functioneren. Dat bleek bijvoorbeeld tijdens een experiment waarin deelnemers werd gevraagd om met een zware rugzak een heuvel te beklimmen. Voordat ze begonnen, moesten ze inschatting maken van hoe steil de heuvel was en hoe zwaar de rugzak. Sommige deel­nemers waren alleen, anderen hadden een vriend bij zich. De resultaten waren ver­rassend: de deelnemers met een vriend schatten de rugzak lichter in, en de heuvel minder steil. Sterker nog, hoe beter de vriendschap, hoe lichter de rugzak aanvoelde en hoe minder hellend de heuvel leek.

Als we dit naar het hardlopen vertalen, suggereren deze bevindingen dat hard­lopen in een groep makkelijker aanvoelt dan alleen. Hoe beter de vriendschappen, hoe minder veeleisend het tempo aanvoelt. Waarom? Omdat er minder CCA-wilskracht vereist is, waarmee deze energie zelfs kan worden gespaard voor later in de race.


En het wordt nog beter. Een andere studie onderzocht hoe onze relaties invloed hebben op de manier waarop onze hersenen dingen verwerken. Terwijl ze in een MRI-scanner lagen, werd deze deelnemers verteld dat ze bij het zien van een rode X wellicht een elektrische schok zouden ­krijgen. Op het moment dat de X verscheen, vond er een piek in activiteit plaats in de prefrontale cortex (PFC), omdat de deel­nemers hun angst aan het verwerken waren. Maar bij de deelnemers die de hand van hun partner vasthielden (en de relatie met die partner was goed), zakte de activiteit in de PFC. Met andere woorden: in de nabijheid van een vertrouwd persoon kunnen de hersenen zich ontspannen.


Ook tijdens een zware training of wedstrijd zullen onze hersenen vermoedelijk minder stress voelen wanneer we in het bijzijn van vertrouwde groepsgenoten verkeren. Sociaal contact zorgt ervoor dat de PFC minder hoeft te verwerken en zo besparen we energie. Maar waarom ­kalmeert sociaal contact onze hersenen eigenlijk? Evolutionair gezien is het zo dat onze kans op overleven vermindert wanneer we alleen zijn. Of je nu mens bent, vogel of vis; in een groep of school is de kans groter dat een ander het gevaar opmerkt dat jij niet zag aankomen – en je waarschuwt. Door de gemakken van de moderne tijd voelt denken aan overleving misschien wat abstract, maar vergis je niet: onze zenuwstelsels herinneren zich deze evolutionaire regels.


Talloze studies bevestigen dat mensen met gezonde betrekkingen met andere mensen langer leven dan degenen zonder. Dit omdat er meer energie overblijft voor leven, in plaats van overleven. Dit fenomeen is zichtbaar wanneer je een loopgroep voorbij ziet komen; ze praten, lachen en zijn soms niet zo bezig met het verkeer om zich heen. Net een kudde fietsende ­tieners onderweg naar school. Binnen de veiligheid van de groep vertrouwen wij op onze loopvrienden. 

Onze CCA's en PFC's kunnen ontspannen. Wij hoeven alleen maar te lopen. Lekker! En sneller."

Bron: Runnersweb