Wat wordt er dan namelijk getraind? De beenstrekkers, de vierkoppige dijbeenspier! Door het trainen, het sterker maken, van deze dijheffer ontstaat een mechanisme, een rekreflex die niet of nauwelijks energie kost op het moment dat het lichaamszwaartepunt over het standbeen komt. Dit leidt tot een verbeterde loopefficientie: een goede loopstijl, een mooie paslengte en een goede knieheffing.
En andere oefening die we regelmatig in onze looptraining voorbij laten komen om deze beenstrekker (dijheffer, vierkoppige dijbeenspier, quadriceps) sterker te maken, is het doen van intervalsprints: bijvoorbeeld 10 x 30 seconden sprinten (voluit, maar ontspannen) gevolgd door 1 minuut wandelen.
En ook die leuke kikkersprong doen we ook niet voor niets; dat is krachttraining met je eigen lichaamsgewicht. Een aanvulling hierop is de loopsprong: met een krachtige afzet van de grond een een zweefsprong maken in een lange, gestrekte actieve houding en vervolgens de landing omzetten in weer een volgende krachtige afzet. De bedoeling is zo min mogelijk passen te maken in 20-30 meter. Deze voegen we dit jaar toe aan onze loopscholing, samen met nog wat nieuwe oefeningen.
Bron: ProRun
